Een e-mailsysteem maken

Tover uw Synology NAS om in een e-mailserver, waarmee gebruikers van Synology NAS e-mailberichten kunnen ontvangen en verzenden.

Dit artikel beschrijft de algemene werking van Synology MailPlus Server en wat u nodig hebt om een MailPlus Server in te stellen. Raadpleeg dit artikel voor gedetailleerde instructies.

Een domeinnaam verkrijgen

U hebt een domein nodig om een e-mailadres in te stellen. Een e-mailadres bestaat uit twee delen. Het deel voor @ is de gebruikersnaam en het deel na @ geeft de domeinnaam aan.

U moet een domeinnaam kopen en registreren bij uw ISP of externe domeinproviders en deze instellen in MailPlus Server. We raden het gebruik van Synology DDNS af, omdat het uitvoeren van een mailserver op dynamische DNS kan leiden tot niet-bezorgde e-mails.

MailPlus Server kan e-mails voor meerdere domeinen afhandelen, dus u kunt meer dan één domein toevoegen aan uw MailPlus Server.

DNS-records maken

DNS-records zijn nodig voor een mailserver om e-mails te ontvangen en te verzenden. De juiste DNS-records helpen met de toewijzing van uw MailPlus Server als geldige mailserver.

Hieronder vindt u de basisinformatie over sommige typen DNS-records. Raadpleeg dit artikel voor gedetailleerde instructies over het instellen van DNS.

MX-records

Mail Exchanger-record (MX-record) geeft aan waar de e-mails naartoe moeten worden gerouteerd. U moet een MX-record instellen dat naar uw mailserver wijst zodat het internet weet waar naartoe uw e-mails moeten worden verzonden. Een domein kan meer dan een mailserver hebben en u kunt zodoende ook meerdere MX-records instellen voor een domein met meerdere mailserver en MX-recordprioriteiten configureren. Hoe lager het voorkeursnummer, hoe hoger de prioriteit. Om bijvoorbeeld zeker te zijn dat ann@example.com werkt, moet u een MX-record instellen die naar de mailserver wijst, die de e-mails namens het domein "example.com" moet ontvangen.

A-records

Adresrecords (A-records) verwijzen een domein of subdomein naar een IP-adres. U moet het A-record naar het IP-adres van uw Synology NAS verwijzen wanneer u e-mails op uw MailPlus Server wilt ontvangen.

Reverse DNS

Reverse DNS identificeert de domeinnaam of hostnaam die aan een bepaald IP -adres is gekoppeld. Veel mailservers gebruiken reverse DNS om te bepalen of de domeinnaam van de afzender aan spammers is gekoppeld. Als gevolg hiervan worden e-mails die vanaf een IP -adres zonder reverse DNS worden verzonden, vaak geweigerd.

De entiteit die de IP -adressen beheert, beheert meestal reverse DNS. Neem daarom contact op met uw Internet Service Provider (ISP) om reverse DNS te configureren. Denk eraan dat de reverse DNS naar de FQDN(Fully Qualified Domain Name) van uw MailPlus Server moet wijzen.

MailPlus Server instellen

Zodra uw e-maildomein en DNS-records gereed zijn, kunt u de installatiewizard volgen wanneer u MailPlus Server voor de eerste keer start. Op dit punt gaat het vaak mis omdat het vrij moeilijk is om de naam en het type van een mailserver te kennen. Wilt u meer weten over een mailserver, lees dan de volgende paragrafen door.

Mailserver

MailPlus Server biedt twee oplossingen: een enkel knooppunt-configuratie of een hoge beschikbaarheids-configuratie. In een enkel knooppunt-configuratie is alleen één Synology NAS nodig om als mailservice te fungeren. Dit is de gemakkelijkste manier om een mailserver op te stellen. In een hoge beschikbaarheids-configuratie vormen twee Synology NAS-apparaten een hoge beschikbaarheidscluster om ononderbroken service te garanderen bij onverwachte fouten.

SMTP-server

SMTP-servers zijn de echte werkpaarden die elke dag duizenden berichten verzenden. De meeste ISP's blokkeren of weigeren e-mailberichten van onbekende domeinen. Als u geen e-mails rechtstreeks vanaf uw domein kunt verzenden, moet u deze mogelijk via een bekende SMTP-server verzenden. U kunt de SMTP-relayserver configureren op MailPlus Server.

U kunt ook meerdere domeinnamen toewijzen aan MailPlus Server (bijv. example.com, example.com.tw en example.com.us) zodat gebruikers e-mails kunnen ontvangen die naar verschillende adressen zijn verzonden (bijv. gebruiker@example.com, gebruiker@example.com.tw of gebruiker@example.com.us).

IMAP/POP3-server

IMAP- of POP3-servers verwerken verbindingen van inkomende IMAP- of POP3-clients zoals Mozilla Thunderbird, Microsoft Outlook en Apple Mail. IMAP- en POP3-servers verleent clients toegang tot op de mailserver opgeslagen e-mails.

De meeste mailservers en clients ondersteunen IMAP en POP3. POP3 is van toepassing op gebruikers met een enke apparaat en IMAP op gebruiker met meerdere apparaten. POP3-clients downloaden e-mails van de server en slaat ze lokaal op. IMAP-clients wijzigen e-mails op de server die op alle IMAP-clientpostvakken worden gespiegeld. Zodoende, worden alle wijzigingen van een e-mail gesynchroniseerd over meerdere apparaten.

We raden aan SSL- en TLS-codering te gebruiken om de gegevensoverdracht via IMAP- en POP3-verbinding te beveiligen.

Zoeken in volledige tekst

De functie zoeken in volledige tekst indexeert automatisch e-mails om de zoekprestaties te verbeteren. Indexering van e-mailberichten met Chinese, Japanse en Koreaanse tekens vereist aanvullende rekenbronnen. Afhankelijk van uw behoefte kunt u zoeken in volledige tekst voor Chinese, Japanse en Koreaanse e-mails inschakelen. U kunt ook de gebruikers of groepen specificeren die de functie zoeken in volledige tekst moeten gebruiken om overmatig gebruik van systeembronnen te voorkomen.

Vereiste poorten

Zie onderstaande tabel om port forwarding te controleren en in te stellen als netwerkadresvertaling (NAT) vereist is.

Firewall-instellingen

Hebt u een e-mailcluster ingesteld en is een van de SMTP/SMTPS/SMTPS-TLS-poorten op een server gewijzigd, dan moet u bij DSM > Configuratiescherm > Beveiliging > Firewall op de andere server om de firewallregels over poorten gerelateerd aan MailPlus Server bij te werken.

Evenzo worden firewallregels niet automatisch gesynchroniseerd tussen twee servers in een cluster. Wanneer een nieuwe server zich bij het cluster voegt, moet u op de nieuw toegevoegde server naar DSM > Configuratiescherm > Beveiliging > Firewall gaan om de bijbehorende firewallregels handmatig in te stellen.