Een container maken
De tutorial op deze pagina beschrijft de basisstappen om een container te maken.
Afbeeldingen zoeken en downloaden
In het tabblad Register kunt u de gemeenschapsopslagplaats importeren die geüploade afbeeldingen van andere ontwikkelaars bevat. Om u te helpen heeft Synology Docker Hub, de grootste afbeeldingsopslagplaats, als standaard opslagplaats toegevoegd.
Een container maken:
- Voer het trefwoord in. (In dit voorbeeld maken we de container Transmission, een krachtige downloader voor HTTP, BT, NZB en nog veel meer).
- Selecteer de afbeelding die u wilt gebruiken in de zoekresultaten. Selecteer de afbeelding en druk op de knop Download bovenaan of dubbelklik om het downloaden te starten.
- Ga naar het tabblad Afbeelding en u ziet uw afbeelding in de lijst.



Informatie bekijken van de officiële pagina van de afbeelding:
- over het algemeen vereist het maken van de container enkele variabele instellingen en deze informatie wordt vaak beschikbaar gesteld door de ontwikkelaar. Klik op het pictogram naast de afbeeldingstitel.
- Dit brengt u naar de informatiepagina van de afbeelding. We raden u aan om de informatie en Docker-bestandspagina's te lezen voordat u Docker gebruikt.
- In de Docker-bestandspagina vinden we het vereiste poortnummer om de container te maken. (Zo vindt u bijvoorbeeld op de informatiepagina en Docker-bestandspagina van gfjardim/transmission belangrijke informatie zoals poortnummer, volumenaam en variabelen die u nodig hebt voor de instelling.)
- Afhankelijk van de afbeeldingsonderhouder kan het detailniveau variëren. Soms is de informatie gemakkelijk te volgen, soms minder duidelijk en kan extra oplettendheid vereist zijn.



Een container via wizard maken:
- Klik in het tabblad Image op Starten.
- Voer de volgende informatie in:
- Containernaam: u kunt alle mogelijke namen gebruiken, behalve de namen die door andere containers worden gebruikt.
- Container uitvoeren met hoge machtiging: u kunt een hoge machtiging verstrekken om containers uit te voeren.
- Bronbeperking inschakelen: u kunt handmatig de CPU-gebruiksprioriteit instellen. Schakel deze optie niet in wanneer u wilt dat Docker dit voor u beheert.
- Klik op Geavanceerde instellingen.
- Configureer de volgende instellingen:
- Geavanceerde instellingen: om Automatisch opnieuw starten in of uit te schakelen en een snelkoppeling op het bureaublad te maken.
- Automatisch opnieuw starten: na een abnormale uitschakeling of het opnieuw opstarten van een Docker-pakket zal de container proberen om opnieuw op te starten.
- Snelkoppeling op bureaublad maken: Transmission heeft een WEB GUI voor beheer en dus maken we een snelkoppeling om snel toegang tot de interface te hebben. Voer het domein of IP-adres van uw Synology NAS in, gevolgd door de ingestelde lokale poort, in dit geval 8889.
- Poortinstellingen: voer 9091 in als containerpoort aangezien dit de standaardpoort is die op de Docker-bestandspagina wordt aanbevolen. Voer het nummer van een gebruikte poort op uw Synology NAS in. Hier gebruiken we 8889.
- Volume: aangezien Transmission een downloader is, hebben we een manier nodig om toegang te hebben tot het gedownloade bestand. Zonder toewijzing van een fysiek gedeelde map op Synology NAS worden alle gedownloade bestanden opgeslagen in containers en daarmee moeilijk op te halen. In de Docker-bestandspagina Transmission zien we in Transmission twee volumes: /config en /downloads. Nu voeren we de volgende handelingen uit om deze twee volumes toe te wijzen aan de fysiek gedeelde mappen op Synology NAS:
- Netwerk: kies de netwerken waarmee u een verbinding wilt maken. Gedetailleerde informatie vindt u in het document Netwerkinstelling.
- Koppelingen: selecteer de containers waarmee u een koppeling wilt maken. Via koppelingen kunnen containers met elkaar communiceren.
- Omgeving: u kunt omgevingsvariabelen instellen en de opdracht van een container uitvoeren.
- Klik op OK om terug te gaan naar de pagina algemene instellingen.
- Klik op Volgende en vervolgens ziet u het overzicht van de instelling.
- Schakel het selectievakje Voer deze container uit nadat de wizard is voltooid in om de container automatisch te starten.
- Klik op Toepassen om de container te maken.
- Nadat het maken van de container is voltooid, ziet u een snelkoppelingspictogram op uw bureaublad.
- Dubbelklik op het pictogram om de toepassing te starten.
- Er verschijnt een tabblad waar u uw gebruikersgegevens moet invoeren. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u eerder in de wizard hebt ingesteld om toegang te verlenen.
- U bent nu in de interface van de zojuist aangemaakte container.




schakel het selectievakje van de optie Alleen-lezen uit aangezien we Transmission moeten machtigen om gegevens naar de fysieke schijven te schrijven.

Aangezien de toegang tot Transmission gebruikersgegevens vereist, moeten we tijdens het maken accounts instellen. Op het document Transmission in Docker Hub hebben we de variabelen USERNAME en PASSWORD achterhaald. Maak ze in Omgevingsvariabelen. De variabelen moeten overeenkomen met die in het helpbestand. De waarde is naar wens te kiezen.





Opmerking:
- het is raadzaam om de informatiepagina's van de afbeeldingen te lezen voordat u containers maakt, aangezien daarvoor bepaalde gegevens nodig zijn.
- Aangezien Docker Hub de grootste opslagplaats voor Docker-afbeelding is, kan iedereen gratis zijn aangepaste afbeeldingen uploaden. Lukt het u niet om met correcte instellingen een container te maken dan kan dit aan de afbeeldingskwaliteit liggen en raden we u aan om een andere afbeelding te nemen.
- Bij het mappen van containerpoorten aan de host moet u zich ervan vergewissen dat de hostpoort geen conflicten heeft met andere huidige services. Een poortconflict kan een servicefout veroorzaken. Raadpleeg dit FAQ-artikel voor netwerkpoorten die al worden gebruikt.
- De standaard tijdzone van de meeste containers is UTC. U kunt deze instelling wijzigen naar een omgevingsvariabel. Stel bijvoorbeeld "Europe/Amsterdam" als "TZ" in. Kijk hier voor meer informatie over de lijst van tijdszones.